Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen:

dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat Hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat Hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is Hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was. Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd. Alleen dankzij Zijn genade ben ik wat ik ben. En Zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade. Hoe dan ook, of zij het nu zijn of ik, wij verkondigen allemaal dezelfde boodschap, en door die boodschap bent u tot geloof gekomen.

Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat Hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt; en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over Hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat Hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan Hij dat niet hebben gedaan. Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden en worden de doden die Christus toebehoren niet gered. Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn.

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Korintiërs 12:1-17 Vele gaven, één Geest 1
1 Korintiërs 15:20-34 De opstanding van de doden 2
1 Korintiërs 8:1-13 Heidens offervlees
1 Korintiërs 1:1-9 De eerste brief aan de Korintië...
1 Korintiërs 14:1-12 Profetie en klanktaal 1
1 Korintiërs 2:1-16 De ware wijsheid 2
1 Korintiërs 11:17-34 De viering van de maaltijd v...
1 Korintiërs 10:23-33-11:1 Het juiste gebruik van ...
1 Korintiërs 10:14-22 Israël als voorbeeld 2
1 Korintiërs 16:13-24 Reisplannen en groeten 2
1 Korintiërs 12:18-31 Vele gaven, één Geest 2
1 Korintiërs 3:1-9 Het apostelschap en de gemeente...
1 Korintiërs 3:10-23 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 11:2-16 De hoofdbedekking van de vrou...
1 Korintiërs 10:1-13 Israël als voorbeeld 1
1 Korintiërs 15:50-58 De opstanding van de doden 4
1 Korintiërs 1:18-31 De ware wijsheid 1
1 Korintiërs 15:35-49 De opstanding van de doden 3
1 Korintiërs 14:26-40 Profetie en klanktaal 3
1 Korintiërs 9:1-14 De vrijheid van de apostelen 1
1 Korintiërs 14:13-25 Profetie en klanktaal 2
1 Korintiërs 9:15-27 De vrijheid van de apostelen ...
1 Korintiërs 13:1-13 De liefde
1 Korintiërs 7:1-16 De gehuwde en de ongehuwde sta...
1 Korintiërs 1:10-17 Verdeeldheid in de gemeente
1 Korintiërs 16:1-12 Reisplannen en groeten 1
1 Korintiërs 7:17-28 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 4:1-13 Het apostelschap en de gemeent...
1 Korintiërs 4:14-21 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 7:29-40 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 6:12-20 Misstanden in de gemeente 3
1 Korintiërs 5:1-13 Misstanden in de gemeente 1
1 Korintiërs 6:1-11 Misstanden in de gemeente 2
0Shares